Product Approval and Review Process (PARP)

<span>Per 1 januari is de AFM gestart met toezicht op productontwikkeling. Besteedt een organisatie onvoldoende aandacht aan product governance, dan kan dit grote consequenties hebben. Deze consequenties kunnen zowel operationeel, reputationeel als financieel van aard zijn. De rentederivatendossiers en woekerpolissen zijn hier helaas overtuigende voorbeelden van. Hoe vervul jij jouw PARP (product approval and review) proces, en voldoe je hiermee aan de verwachtingen van de AFM?</span>

Het wettelijk kader

Per 1 januari 2013 is de AFM gestart met toezicht op het productontwikkelingsproces van financiële ondernemingen. Het wettelijk kader wordt in de basis gevormd door de normen die zijn opgenomen in artikel 32 tot en met 32c van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Sinds 3 januari 2018 zijn specifieke normen in werking getreden voor instellingen die onder de MiFID II wetgeving vallen. Zij vallen onder de eisen zoals opgenomen in artikel 16 en 24 van MiFID II, artikel 9 en 10 van gedelegeerde EU-richtlijn 2017/593 en de door ESMA ontwikkelde richtsnoeren op het gebied van product governance. Ook zijn er specifieke product governance regels ingesteld voor verzekeringsdistributeurs. Deze zijn te vinden in de Richtlijn Verzekeringsdistributie (IDD).

Klantbelang centraal

Hoewel de regels voor verschillende typen financiële ondernemingen dus op verschillende plaatsen in de wet zijn vastgelegd, is de kern van de eisen aan productontwikkeling, -distributie en -review steeds hetzelfde. Het draait erom dat bij de ontwikkeling en distributie van een product op evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de cliënt. Het is niet de bedoeling dat producten terecht komen bij klanten waar zij niet geschikt voor zijn.

Strengere eisen voor MiFID II-ondernemingen

Zoals eerder al aangegeven, gelden extra scherpe eisen voor organisaties die onder MiFID II vallen. Zo zijn onder andere de eisen om de doelgroep te bepalen in meer detail uitgewerkt. Een MIFIID II-organisatie moet bij de ontwikkeling en distributie van een product niet alleen nadenken over het type belegger waaraan het product wordt aangeboden, maar ook over de kennis en ervaring die de doelgroep nodig heeft om een goede beoordeling van het product en de bijbehorende risico’s te kunnen maken. Daarnaast moet er in kaart worden gebracht wat de doelstellingen en behoeftes van de doelgroep zijn, welke financiële situatie vereist is in relatie tot het product en welke risicotolerantie een klant dient te hebben wil het product geschikt zijn.

Als uitgangspunt bij het toezicht op de naleving van de PARP-eisen hanteert de AFM dat ondernemingen het belang van de klant centraal moeten stellen. Om te toetsen of dit inderdaad gebeurt, heeft zij de zogeheten ‘KNVB-criteria’ geformuleerd. KNVB staat voor Kostenefficiëntie (Biedt het product waar voor zijn geld?), Nut (Geeft het product invulling aan een gefundeerde behoefte van een doelgroep?), Veiligheid (Doet het product wat het belooft in verschillende omstandigheden en is de uitkomst dan acceptabel voor de doelgroep?) en Begrijpelijkheid (Kan de doelgroep de werking van het product goed beoordelen op basis van de informatie die hij van de aanbieder ontvangt?)Als aanbieder van financiële producten kun je deze criteria gebruiken als handvatten voor een zorgvuldige toetsing van producten. De markt moet daarbij op zoek naar een evenwicht tussen risico’s, rendement en het belang van de klant.
 

Hoe kunnen we je helpen?

Meer weten? Onze specialisten adviseren u graag over de implementatie van het Product Approval and Review Process in uw organisatie. Neem gerust contact met ons op